Wat houdt Nicea anno 2025 in?
- Rolanda Correia
- 10 sep
- 6 minuten om te lezen

Dit jaar wordt herdacht dat het zeventienhonderd jaar geleden is dat het Concilie van Nicea plaats vond. Het is een plaats die onder een andere benaming (Bythinië) nu in het tegenwoordige Turkije ligt. Het initiatief daarvoor ging in het jaar 325 uit van keizer Constantijn. Eerder had hij zich bekeerd tot het christendom en een eind gemaakt aan de vervolging van de christenen, nadat hij een belangrijke overwinning had behaald op een van zijn tegenstanders. Onderling waren deze volgelingen van Christus, toen zij nog in de illegaliteit leefden, het lang niet altijd met elkaar eens over hun geloof. Op Constantijns aandringen kwamen zij bij elkaar in Nicea om de kern van hun geloof vast te leggen. Voor het eerst werd het christelijk geloof in een belijdenis vastgelegd. Hoe groot de verscheidenheid van christenen ook is en hoe zeer de dynamiek van het geloof tot nieuw opvattingen heeft kunnen leiden, katholieken, protestanten en orthodoxen herkennen zich tot op de dag van vandaag in deze gemeenschappelijke getuigenis. De verbreiding van het geloof, de kerstening, kende vanaf Nicea een gemeenschappelijke basis. Een cultuurhistorisch feit van niet te onderschatten betekenis. Een praktische bijzonderheid was dat de viering van Pasen, ver uit het belangrijkste kerkelijk feest, in Nicea officieel werd vastgelegd.
Voor de bespiegelingsgroep onder leiding van Bart Dijkstra, die op gezette tijden gastvrijheid geniet in het huis van Jan en Sally van Est, was deze herdenking van Nicea eind augustus aanleiding om daar nader op in te gaan in het licht van vandaag. We lazen uit het recent verschenen boekje van kerkhistoricus Peter Nissen over Nicea en we kregen inzicht in de ruime interpretatie die de Internationale theologische commissie van het Vaticaan aan Nicea heeft gewijd. We hebben die avond geconstateerd dat de gezamenlijke reflectie op wat de geloofsbelijdenis van Nicea in de kern inhoudt, en de betekenis die deze aan de persoon van Jezus toekent, ook vandaag de dag heel waardevol is. Wij hadden een boeiende avond die vragen opriep die ook na 1700 jaar nog wel degelijk van tel zijn. Uitermate inspirerend voor ons gesprek was de originele beschouwing van de Britse theologe Susan Durber, die zij op 14 mei hield tijdens de officiële herdenking van Nicea door de Nederlandse Raad van Kerken. Bijzonder, omdat zij zich heeft ingeleefd in de toenmalige omstandigheden waaronder deze bijeenkomst in Nicea plaats vond: in een heidense wereld waarin een radicaal nieuw geluid opklonk. Daaruit sprak een boodschap inhield die voor ieders leven van belang is. Hieronder is haar boodschap kort samengevat.
Bart Dijkstra en Paul van Velthoven
Een boodschap van hoop voor een heidense wereld
Er waren in Nicea waarschijnlijk zo'n 250 - 300 bisschoppen aanwezig, maar dat waren geen bisschoppen met paarse gewaden of zelfs mijters. Ze kwamen voornamelijk uit Noord-Afrika, uit wat we nu het Midden-Oosten noemen, sommigen uit Azië en tenslotte een heel klein aantal uit wat nu West-Europa is. De meesten van hen waren mensen van kleur. Ze kwamen uit merendeels kleine christelijke gemeenschappen, die vaak nog maar kort bestonden en vaak een verschrikkelijke gewelddadige tijd van vervolging en onderdrukking hadden gekend. Velen van deze christenen waren toen vermoord en hun bezittingen waren afgepakt of domweg vernietigd. Sommige bisschoppen en de priesters en diakens die met hen meekwamen hadden vreselijke wonden opgelopen door de vervolging. Sommigen van hen waren waarschijnlijk voormalige slaven. Ze waren niet allemaal hoog opgeleid en ze kwamen allen uit een minderheidscultuur binnen een rijk dat meerdere goden aanbad. Ze moeten allemaal verbaasd zijn geweest dat ze plotseling een fatsoenlijke ontmoetingsplaats kregen, een welkomstbanket, een audiëntie bij een keizer die hen niet langer naar een arena zou sturen waar ze voor hun leven moesten vrezen zoals onder Nero. Ze kwamen ook bij elkaar om praktische zaken te bespreken: hoe om te gaan met degenen die ten tijde van de vervolging voor de Romeinse heersers waren gezwicht en offers aan de Romeinse goden hadden gebracht om hun hachje te redden. Het concilie zou manieren bedenken om hen te helpen terug te keren en te vergeven. Ook ging het om vragen als of priesters geld moesten kunnen lenen, hoe lang je christen moest zijn voordat je gewijd kon worden, en of mensen moesten staan of zitten om te bidden.
Welk theologisch vraagstuk kwam aan de orde in Nicea?
De allerbelangrijkste kwestie die aan de orde kwam, was hoe je in deze heidense wereld moest beschrijven wat het inhield wat God voor de wereld had gedaan in de persoon van Jezus Christus. Net zoals wij vandaag vroegen de aanwezigen in Nicea zich af hoe ze de juiste woorden konden vinden om aan de wereld en de cultuur waarin ze verkeerden te vertellen waar dit christelijke geloof echt over ging en welk heil ze daarvan konden verwachten.
De vraag die in Nicea beantwoord moest worden was: 'Wie is Jezus?’ Het moest een antwoord zijn dat logisch moest klinken voor de mensen om hen heen, dat de absolute eenheid van God zou bewaren (te midden van een veel bredere heidense cultuur met haar veelgodendom). Een antwoord dat zou vereenkomen met wat ze wellicht hadden gelezen in de brief van Paulus aan de Filippenzen, namelijk dat we in Jezus de diepste werkelijkheid en het wezen van God zien, een werkelijkheid en wezen die eeuwig is. Ze spraken tot een cultuur en een omgeving die gewend was goden te scheppen uit menselijke keizers, en daarom geloofden zij juist dat goddelijkheid niet kon worden geschapen of geschonken. Jezus is geen halfgod of een uit een aantal mogelijke goden. Hij is 'van het wezen van God', ware God, zoals een fakkel met een andere fakkel wordt aangestoken - hetzelfde licht - 'van één wezen', met God.
De radicale kracht hiervan was allereerst dat er één God is, slechts één, die altijd in overeenstemming is met God zelf. Deze uitspraak vormde een beslissende breuk met de Romeinse religieuze wereld (en houdt natuurlijk in, als Constantijn erover nadacht, dat hij door het christendom nooit tot god gemaakt kunnen worden). Het moest duidelijk maken dat alle dingen hun bron in deze ene God hebben en allemaal heilig, waardevol, kostbaar en goed zijn. God waardeert niet mannen meer dan vrouwen, heersers boven mensen, of de ene etnische groep meer dan de andere, maar allen. Het is moeilijk om de volledige betekenis van deze korte zinnen in je op te nemen, maar ze waren wereld veranderend. Er is één God, die de bron is van alle dingen, en alle dingen zijn een uitdrukking van Gods wezen.
Daarmee was de volgende stap gezet om te zeggen dat Jezus 'van één wezen' was met deze ene God. En dat deze persoon een specifieke persoon was die op een specifieke manier leefde, Jezus van Nazareth, de profeet die de armen zegende, die de zondaars vergaf, die de onreinen aanraakte, die een handdoek om zijn middel sloeg en de voeten van zijn discipelen waste, die de dood stierf van een slaaf. Met andere woorden, deze Jezus openbaart het wezen van God. Dit zou volledig ondermijnend werken voor elk imperiaal begrip van God. Dit christendom wilde niet zwichten voor een aardse keizer, Christus is geen koning en keizer, maar slaaf en dienaar. En als deze Jezus 'van één wezen' is met God, dan is God iets heel anders dan een keizer op een troon. Geen wonder dat Constantijn een voorkeur had voor mensen die daar een andere kijk op hadden.
De betekenis van Nicea voor de bevrijding van de mens
De discussies in Nicea gingen in de kern over hoe de mens gered kan worden. Als Jezus slechts een later tot goddelijkheid verheven schepsel was en niet altijd de essentie van God bezat, hoe kon hij ons dan redden? Hij moet de ware en eeuwige God zijn om ons redding te kunnen brengen. Maar merk op dat de verklaring van Nicea niet over verlossing spreekt zoals we dat in het Westen vaak doen. Er wordt niet gesproken over de dood van Jezus. Er staat dat Jezus Christus voor onze verlossing mens is geworden, heeft geleden en is opgestaan. Verlossing heeft hier niets te maken met de dood (er is niets in terug van een vervangende verzoeningstheorie die in de traditionele theologie eeuwenlang gepredikt is en stelde dat Christus met zijn lijden en sterven ons vrijkocht), maar komt door de incarnatie, doordat God mens is geworden. Dit is een theologie van nataliteit, van geboorte. Het is een theologie die het vlees zegent, die zegt dat degene die de hele schepping heeft liefgehad en gemaakt, vanaf het begin, onder ons geboren is. Nicea is een geloofsbelijdenis van leven en geboorte.




Opmerkingen